ANBI gemeente
Gegevens Protestantse Gemeente te Houten ten bate van ANBI
De Protestantse Gemeente te Houten en haar diaconie zijn erkend als Algemeen Nut Beogende instelling (ANBI).Gewone en periodieke giften aan de Protestantse Gemeente zijn daardoor aftrekbaar van de belasting.
Conform de wettelijke verplichting voor ANBI erkende instellingen maken we hieronder de financieel gegevens van de Protestantse Gemeente openbaar.
A. Algemene gegevens
Naam ANBI: | Protestantse gemeente te Houten |
Telefoonnummer (facultatief): | 030 6374986 |
RSIN/Fiscaal nummer: | 006481073 |
KvK-nummer | 83758097 |
Website adres: | protestantsegemeentehouten.nl |
E-mail: | contact@protestantsegemeentehouten.nl |
Adres: | Het Kant 1 |
Postcode: | 3995 DA |
Plaats: | Houten |
De Protestantse Gemeente te Houten (hierna PGH) is een geloofsgemeenschap die behoort tot de Protestantse Kerk in Nederland. In het statuut (kerkorde) van de Protestantse Kerk staat dit in ordinantie 2 artikel 1 als volgt omschreven “een gemeente is de gemeenschap, die geroepen, tot eenheid, getuigenis en dienst, samenkomt rondom Woord en sacramenten“.
Deze gemeente is een zelfstandig onderdeel als bedoeld in artikel 2 boek 2 Burgerlijk wetboek en bezit rechtspersoonlijkheid. Dit is ook vastgelegd in ordinantie 11 artikel 4 lid 1 van de kerkorde.
De kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland bevat o.m. bepalingen omtrent het bestuur, de financiën, toezicht en (tucht)rechtspraak die gelden voor de kerkleden, de gemeenten en andere onderdelen van deze kerk. Deze kerkorde is te vinden op de website van de landelijke kerk.
De Protestantse Kerk in Nederland heeft van de Belastingdienst een groepsbeschikking ANBI gekregen. Dat wil zeggen dat de afzonderlijke gemeenten en andere instellingen die tot dit kerkgenootschap behoren zijn aangewezen als ANBI. Dit is ook van toepassing op de PGH.
B. Samenstelling bestuur
Het bestuur van de kerkelijke gemeente ligt bij de kerkenraad en wordt gevormd door de ambtsdragers van deze gemeente. De kerkenraad van de PGH telt 16 leden, die worden gekozen door en uit de leden van deze kerkelijke gemeente.
Het college van kerkrentmeesters van de PGH telt 6 leden en is verantwoordelijk voor het beheer van de financiële middelen en de gebouwen van de gemeente, met uitzondering van diaconale aangelegenheden. De kerkenraad is eindverantwoordelijk, wat tot uitdrukking komt in de goedkeuring van o.a. de begroting en de jaarrekening. Verder hebben zowel de kerkenraad als het college, door het toezicht op de vermogensrechtelijke aangelegenheden, contact met het classicaal college voor de behandeling van beheerszaken. (Ordinantie 11, art. 6-9).
C. Geloof en roeping
De Protestantse Kerk verwoordt in de eerste hoofdstukken van de Kerkorde wat zij gelooft en belijdt. Dit vormt de basis van haar kerkstructuur, haar organisatie, haar kerkrecht, haar ledenadministratie, haar arbeidsvoorwaarden en haar financiën.
1 - De Protestantse Kerk in Nederland is overeenkomstig haar belijden gestalte van de ene heilige apostolische en katholieke of algemene christelijke Kerk die zich, delend in de aan Israël geschonken verwachting, uitstrekt naar de komst van het Koninkrijk van God.
2 - Levend uit Gods genade in Jezus Christus vervult de kerk de opdracht van haar Heer om het Woord te horen en te verkondigen.
3 - Betrokken in Gods toewending tot de wereld, belijdt de kerk in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift als enige bron en norm van de kerkelijke verkondiging en dienst, de drie-enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest.
Zie verder: artikelen I t.m. IV van de kerkorde van de Protestantse Kerk “De roeping van kerk en gemeente”.
D. Visie
De visienota “Van U is de toekomst” van de Protestantse Kerk verwoordt waar de Protestantse Kerk zich in deze tijd en situatie toe geroepen weet en maakt inzichtelijk in welke richting de Protestantse Kerk zich in de komende jaren wil ontwikkelen.
Zie ook het visiedocument van de PGH, “Visie en focus Protestantse Gemeente Houten 2022-2025”.
E. Beloningsbeleid
De beloning van de predikanten van de PGH is geregeld in de ‘Generale regeling rechtspositie predikanten’. De beloning van de overige medewerkers in loondienst, zoals kerkelijk werkers, kosters/beheerders, is geregeld in de ‘Arbeidsvoorwaardenregeling Protestantse kerk in Nederland’.
Leden van kerkenraad, colleges en commissies ontvangen geen vergoeding voor hun werkzaamheden. Alleen werkelijk gemaakte onkosten kunnen worden vergoed.
F. Verslag Activiteiten
De kerkenraad heeft de algemene eindverantwoordelijkheid voor het in stand houden van een levende gemeente. Dat doet zij door zoveel mogelijk gemeenteleden in te schakelen bij het plaatselijk werk. Voor een overzicht van de verschillende activiteiten zie o.a. de website van de PGH, de diverse sociale media, het blad Noodzaak en de brochure Actie Kerkbalans 2023.
Enkele taken zijn conform de kerkorde gedelegeerd naar afzonderlijke colleges, waaronder het college van kerkrentmeesters (CvK). Zij waken over de financiële slagkracht van de gemeente en leggen via een jaarverslag rekening en verantwoording af aan de kerkenraad. Een uittreksel van de belangrijkste gegevens van de PGH treft u hieronder onder H. aan.
G. Voorgenomen bestedingen
Het plaatselijk kerkenwerk (of kerk-zijn) vertoont een grote mate van continuïteit: de predikanten of andere werkers verrichten hun werkzaamheden, kerkdiensten worden gehouden en ook andere kerkelijke activiteiten vinden plaats. In de kolom begroting in het overzicht onder H. zijn de verwachte bestedingen voor de PGH cijfermatig in beeld gebracht.
H. Verkorte staat van baten en lasten met toelichting
Onderstaande staat van baten en lasten van de PGH geeft via de kolom begroting inzicht in de begrote ontvangsten en de voorgenomen bestedingen. De kolom rekening geeft inzicht in de daadwerkelijk gerealiseerde ontvangsten en bestedingen.
ANBI rapport
Toelichting
Algemeen
Kerkgenootschappen en hun onderdelen zorgen in Nederland zelf voor de benodigde inkomsten voor hun activiteiten. Aan de kerkleden wordt elk jaar via de Actie Kerkbalans gevraagd om hun bijdrage voor het werk van de kerkelijke gemeente waartoe zij behoren.
Kerken ontvangen geen overheidssubsidie in Nederland, behoudens voor de instandhouding van monumentale (kerk)gebouwen of een specifiek project.
Een groot deel van de ontvangen inkomsten wordt besteed aan pastoraat, in de vorm van salarissen voor de predikant en eventuele kerkelijk werkers en aan de organisatie van kerkelijke activiteiten.
Daarnaast worden de ontvangen inkomsten ook besteed aan het in stand houden van de kerkelijke bezittingen, benodigd voor het houden van de kerkdiensten (zoals onderhoud, energie, belastingen en verzekeringen) en aan de kosten van de eigen organisatie (salaris koster, eventueel overig personeel, vrijwilligers) en bijdragen voor het in stand houden van het landelijk werk.
Rekening 2023
De exploitatie heeft zich in 2023 anders ontwikkeld dan bij het opstellen van de begroting voor 2023 werd verwacht. De begroting voor 2023 geeft een tekort aan van € 59.600. Uiteindelijk is er een tekort van € 46.000 gerealiseerd. Dit tekort is in mindering gebracht op de algemene reserve. Het boekjaar 2023 laat daarmee voor het eerst een aanmerkelijk negatief resultaat zien, niet onverwacht gezien de begroting, maar wel een resultaat dat in combinatie met de verwachte ontwikkelingen noopt tot maatregelen die ervoor zorgen dat baten en lasten weer in evenwicht komen.
Begroting 2024
De begroting 2024 laat een tekort zien van € 61.200. Daarin is een opbrengst aan vrijwillige bijdragen meegenomen van € 395.000. O.b.v. de gedane toezeggingen voor 2024 wordt ingeschat dat dit bedrag zal worden gerealiseerd.
Het begrote tekort voor 2024 kan uit de beschikbare geldmiddelen worden gefinancierd. Een dergelijk omvangrijk tekort is voor de langere termijn echter niet houdbaar. Er is door het CvK in het najaar van 2023 een meerjarenbegroting opgesteld die een zorgelijke ontwikkeling laat zien. Bij ongewijzigd beleid zal de liquiditeitspositie de komende jaren in versneld tempo verslechteren.
Door de kerkenraad is besloten om uiterlijk eind 2024 in overleg met de gemeente een plan gereed te hebben dat voorkomt dat de PGH in een financieel kwetsbare positie terecht komt.